Veel inbrekers verkennen eerst een woning of bedrijfspand voordat ze toeslaan. Onbekende personen die regelmatig in de buurt rondhangen, kunnen een teken zijn dat er wordt gescout naar zwakke plekken in de beveiliging. Ook markeringen op deuren of brievenbussen worden soms door inbrekers gebruikt als signaal. Pogingen om deuren of ramen te openen zonder duidelijke reden kunnen wijzen op een voorbereide inbraakpoging. Daarnaast kunnen verplaatste objecten, zoals vuilnisbakken of ladders, worden gebruikt als hulpmiddel om toegang te krijgen tot een pand. Bij twijfel is het essentieel om actie te ondernemen en te zorgen voor een effectieve inbraakbeveiliging.